Peter Posthumus: ’totdat de woorden zelf gaan glinsteren en een dode grijze haar even oplicht in de schittering van een leven’

Tussen de tralies
glinstert de wereld
schittert het leven

schittert een haar
die uitviel
tijdens het tikken
van de klok
iedere tik een tralie
In een te korte kooi

zoals zinnen in de taal
die tralies, die kooi
die dromen en gedachtes
gevangen houdt

totdat de woorden zelf 
gaan glinsteren
en een dode grijze haar
even oplicht
in de schittering 
van een leven

Peter Posthumus

Share This:

Nieuw werk gevonden uit de boekenkast van professor dr. G.A. Banck – Julienne Huybrechts dichteres met hevige stemmingswisselingen


Vonden we gisteren in De Boekenpaal Amstelpark de poëzieprachtbundel van Hans Warren LEEUW LENTE uit 1954, vanochtend nog even ietsje beter gekeken en ja hoor nog een werk uit de bibliotheek van de – ik noem hem mijn – poëzieprofessor dr. G.A. Banck. ik hoop dat de professor de komende tijd elke dag van de week een nieuw werkje in De Boekenpaal achterlaat .
vandaag vonden we de geheel onbekende dichteres JULIENNE HUYBRECHTS – 1961 Uitgeversmij Standaard Boekhandel – roepingreeks nummer 2. onze vandaag van de straat geplukte JULIENNE kent als we haar werk KLEIN SPARTAANS THEATER goed lezen sterk wisselende emoties en stemmingen  in het door haar beschreven eigen liefdesleven:

op pagina 10 lezen we nog: ‘liefste, liefste, liefste kom bij me. kom in mijn armen. kom dan liefste, zeg ik kom dan liefste.”
op pagina 32 is het echt  andere koek: “dood me. leg je handen om mijn keel, dood me. want dit leven is niet meer te dragen. dood me, en ik zal verhevigd met je leven.”
 
Wat een toestanden allemaal professor G.A. Banck- ik begrijp dat uw boekenkast Juliennes leed zo langzamerhand niet meer dragen kon. Boekenkastplanken zijn nu eenmaal in wezen geen planken voor een doodskist.

Share This:

Anne van Walraven – het is zo lang als het breed is – één pot nat

niets is anders
maar kennen doe ik niet
het voelt als gister
maar het is vandaag
niets is anders
alles is nu
net als toen

Anne van Walraven / @annevanwalraven
niets is anders
maar kennen doe ik niet
het voelt als gister
maar het is vandaag
niets is anders
alles is nu
net als toen

Anne van Walraven / @annevanwalraven

Share This:

Amstel park – De Boekenpaal – Hans Warren 1953/4 LEEUW LENTE. vandaag gememoreerd zijn poëzie.


Amstel park – De Boekenpaal – Hans Warren 1953 LEEUW LENTE. vandaag gememoreerd zijn poëzie.
vanochtend de dagelijkse wandeling langs De Boekenpaal – Amstelpark – ooit door toedoen van Sakia van de Ree zo mooi tot stand gebracht – de boekenpaal aangevuld met nieuwe werken. tijd om te grasduinen ondanks de Corona. maar ach in de buitenlucht heerst helemaal geen corona – de door de zogenaamde deskundigen vertrapte maurice de hond had maanden geleden al gelijk. corona loop je binnen op in slecht geventileerde ruimtes. en nergens anders.
MAAR uit de boekenpaal OrhanPamuks Istanbul (herinneringen en de stad) gescoord, AP 2007 en nog mooier HANS WARREN, LEEUW LENTE, 1954 Uitgeverij Holland – 1e druk – nou ja zeg – voor het grijpen die prachtige bundel met een omslag illustratie van Lucebert (wat u ook van hem vindt). al bladerend lees ik dat de verzen in de bundel zijn geschreven in het voorjaar en de zomer van 1953. 1953 ben ik geboren in de maand mei en tijdens de bevalling die WARREN maar schrijven. wonderlijk, zeer wonderlijk en dat ik dan 67 jaar later precies die bundel tegen mag komen en mee kan nemen. De bundel gesigneerd door G.A. Bauck of G.A. Banck – ben wel benieuwd naar deze Bauck of Banck – dat moet een poëzieliefhebber zijn geweest van de eerste orde.
 
EN DAN hoe mooi Hans Warren schrijven kon, ook toen al in 1953 – lees een willekeurig gedicht 7:
“Ik loop wat in mezelf te karekieten – ik wil niet langer ongelukkig zijn – Ik loop mezelf een beetje te ontlopen en vrij mijn lichaam aan tegen de wind” –
Prachtig prachtig toch dank je wel Saskia, dank je wel Hans en mijn moeder natuurlijk dat ze mij beviel – zeg je dat zo?

Share This:

Karin Beumkes wil toch nog zoenen: ‘je was zo er aan toe zeg maar en je was zo verschrikkelijk…’

Lieve Pom
Laat me je eens trakteren op een van mijn nieuwere gedichten. Als het je bevalt mag je me in de toekomst nog wel een keer kussen.
Leve de Marie Johanna, als altijd mijn liefs
Karin


Habitat

ik kan je blokkeren weet je dat
dat ze je praatjes niet meer kopen
dat je niet meer in de aanbiedingen bent
dat ze je.

ik kan je blokkeren weet je dat
ze hebben je gezien bij de Blokker
je was zo
en je was zo
en je was zo er aan toe zeg maar
en je was zo verschrikkelijk zo enne.



Muziek: Shane MacGowan – Drunkest guy ever https://youtu.be/Qu3acy2MWQo


PS Je moet er ff de tijd voor nemen, maar dan heb je ook werkelijk wat.

Share This:

Anke Labrie wint de enige echte virtuele van het afscheid en de pijn trofee op pomgedichten – Ditmar Bakker wint de VON SOLO-trofee (vrij naar de woorden van VON SOLO: “Maar voor nu moet ik even een andere weg in. Een onbekende.”)

de trofee van de afscheid en de pijn gaat naar het subtiele werk van Anke Labrie deze week. in de bespreking leest u de verantwoording voor het virtuele goud dat we met trots uitreiken aan Anke. wat een prachtgedicht, van harte!

de Von Solo trofee (VON SOLO: “Maar voor nu moet ik even een andere weg in. Een onbekende.”)  haalt onze Ditmar met het ingezonden gedicht aan een nieuwe geliefde glansrijk binnen. Niet dat de trofee beschikbaar was gesteld op de site. maar soms dwingen dichters als Ditmar een trofee af: van harte! de nieuwe geliefde krijgt wel wat te stellen (stillen) met de dichter in zijn euforische staat waarin hij de dichter heeft weten te brengen.


anders

te weten dat in deze stad
jij er gewoon was

ineens je lach
nog net een zwaai
voordat je op je oude racefiets
snel om een hoek verdween

altijd wel ergens naar op weg
vol van weer een nieuw idee

gisteren is het gebeurd

vandaag al loop ik anders door de stad

anke labrie


een bijna bang om door te ademen het weg te blazen-gedicht van Anke Labrie – het grote thema teruggebracht tot een kleinood, een situatie in de stad waarbij hetzelfde beeld nooit meer hetzelfde beeld kan zijn. zonder. en zonder teruggebracht tot anders. zo wordt ook de beweging van de beschreven hoofdpersoon teruggebracht tot een ogenblik van stilte en contemplatie. persoonlijke gedichten in de eerste of tweede persoon moeten wel heel goed zijn om ze van ons allemaal te laten zijn. schreef ik hierboven. en zie hier het voorbeeld in 8 regels adembenemend mooi.
De Nieuwe Liefde
Voor B.

Harp, violen en cymbalen!
Liefde! Puur! Doorvoeld! Klassiek!
Regenbogen! Zonnestralen!
Schoon! Splendide! Magnifiek!

Ruikers! Rozen! Idealen!
Verzen druipend van lyriek!
Epen, oden, madrigalen!
Authentieke romantiek!

Eindtriomf en zegepralen!
Trouw! Compassie! Bruidsmuziek!
Enkel heuvels! Nergens dalen!
Gouden bergen! As we speak!

Gloria, geluk & licht!
(Hier. Een positief gedicht.)

***[Ditmar Bakker]

–>
een bespreking van de kunstgrepen die de dichter hier verricht is mij niet gegeven. wel loopt het gedicht als een trein – werkt zeer geestig op de(ze)  lezer en biedt met een beetje goede wil ook de hoognodige troost bij het gevraagde maar  door de dichter verworpen thema: ‘Ruikers! Rozen! Idealen!’- we weten waar deze toe leiden. tot het graf, het verderf en de dood. Ditmar slaat de dood en alle andere ellende dit keer voor het gemak met speels gemak een keertje over – het is een hemelhoog juichend gedicht – voor een nieuwe liefde –  afscheid van alle pijn op een zeer begaafde wijze vormgegeven  – maar we vroegen toch om pijn en afscheid? of niet?  de Von Solo trofee (VON SOLO: “Maar voor nu moet ik even een andere weg in. Een onbekende.”)  haalt ditmar natuurlijk met dit gedicht wel glansrijk binnen.-

Vera van der Horst – het niet hebben kerft radeloos in mij

René Brandhoff – het is zo’n dag de liefde in je ogen

Ditmar Bakker – Ruikers! Rozen! Idealen! Verzen druipend van lyriek!

Frans Terken – oog in oog met het zwartste gat

Rik van Boeckel – het afscheid een zachte stem met zinnen vol troost

Magda Haan – al die namen, al die levens

Petra Maria – het water stil de wind mild

Ien Verrips – je bent er altijd ben je er

Anke Labrie – altijd wel ergens naar op weg vol van weer een nieuw idee

foto: Theo Huijgens
de redactie van pomgedichten heeft de best denkbare opvolging weten te vinden voor de donderdag van Von Solo – (ook op de vrijdag trouwens zal een nieuwe ‘columniste’ haar opwachting maken hier op deze site.) heel erg blij met de vrouwen die deze site op zeer eigen wijze zullen gaan versterken. donderdag en vrijdag hier te lezen de nieuwe namen, mensen, vrouwen, dichters, teksten.

wie wint de enige echte virtuele van het afscheid en de pijn trofee op pomgedichten?
(vrij naar de woorden van VON SOLO: “Maar voor nu moet ik even een andere weg in. Een onbekende.”) – de fenomenen horen vaak toch een beetje bij elkaar – het afscheid en de pijn – ook voor dichters een belangrijk onderwerp – de poëzie van de pijn is vaak van dichters troost, u kent de regels: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.

zand
 
om het zo te schrijven
dat het niet opgaat in de tijd
 
soms nog bang
om door te ademen
het weg te blazen
 
zoals alles
wat in zand geschreven is
weer zand wordt
 
zoals het was
los en in alles machteloos
 
pom wolff
lezen we vandaag in Het Parool over het afscheid van de dichter Arthur Lava hiernaast links op de foto – zijn afscheidswoorden tot troost: ‘Wees gerust’
als je het hebt
wil je het houden
ook al is het niet van jou

je koestert het
met bekraste handen
vlijt je in de armen
van een lege trui

afscheid nemen
van het niet hebben
kerft radeloos in mij

Vera van der Horst
–>
misschien is het niet aan mij om de woorden van afscheid en de pijn te recenseren. aan de andere kant dichters schrijven voor lezers of toehoorders ook in barre tijden van droefheid – zij bieden de noodzakelijke troost – daar zijn ze voor uitgevonden – persoonlijke gedichten in de eerste of tweede persoon moeten wel heel goed zijn om ze van ons allemaal te laten zijn. lezen we op FB een prachtig gedicht van luuk Imhann opgedragen aan de hier op de site ook gememoreerde overleden dichter Arthur Lava:
 
VOOR ARTHUR LAVA (1955-2020)
Het vreemde van mensen die sterven is dat ze
eindeloos worden, maar niet kunnen kiezen
wat er blijft bestaan, want hoe kunnen ze weten


wat wij straks nog weten, of hoe ze plots
opgedeeld worden in duizenden delen, hoe elk
van hun vrienden een eigen herinnering heeft?


Zo was je levend uniek, maar nu ben je als dode talrijk
want van jou zijn er duizenden nu en haast elk van die
duizenden delen is anders, zo anders als jij bent geweest


Je zal toenemen, telkens als iemand plots denkt aan je
toenemen tot je miljoenen bent, tot je haast
eindeloos bent en geheel uit momenten bestaat


Luuk Imhann
 
prachtig prachtig – zo wordt een gedicht voor iedereen – dit is wel het nivo waar de overleden vriend, collega of familielid recht op heeft. hij hoeft geen trap na te krijgen met een slecht gedicht. in het algemeen gesproken hoor – niet van toepassing op de woorden van Vera.
 
maar toch: op de laatste regel na met die mooie radeloosheid en op het beeld na van de lege trui haalt het gedicht van Vera niet het nivo dat het gevraagde  thema behoeft.
het wegdraaien

ik zie ik je gaan
naar waar je altijd al wilde zijn

het is zo’n dag 
de liefde in je ogen 
sterft waar je bij staat

je kunt er naar kijken
je gaat niet mee

René Brandhoff

–>
‘ik zie ik je gaan’ – hoe ik ook mijn best doe ik blijf die eerste regel een beetje raar vinden. teveel ik! een dergelijk ‘brandhoffje’ vinden we ook terug in de eerste regel bij Ien Verrips hieronder- de regel is wel op de een of andere manier van de poëzie. maar toch dit begin is verwarrend. tsja ‘de liefde in je ogen’ – mooi gezegd maar in welk verhaal. het is onduidelijk hier en op die ogen na weinig poëtisch.

Dichter bij het zwart

Je ziet hoe het opeens gebeurt
maar moet het voor gezien houden
niet eerder stond je zo oog in oog
met het zwartste gat

geen klank of ruis nog te ontwaren
dat je geluidloos verdwenen bent
opgelost en weggespoeld in zand
en gaten van onderweg

blijven de woorden
in papier gebrand
groeven met inkt gevuld
alsof het bloed nog stroomt

© FT 18.09.2020

–>
pas na de eerste strofe – meer precies gezegd bij het zwartste van het zwartste gat begint de poëzie – die eerste strofe heeft het niet. het gedicht heeft te weinig regels om de eerste drie regels erbij te kunnen hebben.
Afscheidsvers

Diep zingt het verdriet
over wat verloren is gegaan
aan leven en liefde

zo zingt de toekomst
heden en verleden toe
we zijn ziektes moe

het afscheid een zachte stem
met zinnen vol troost
gesproken in stijl en eeuwig stil.


Rik van Boeckel
18 september 2020
–>
deze weinige woorden hebben wel wat charmants – wel valt het gebruik op van hele grote prozawoorden – als liefde, leven en verdriet. de laatste strofe is droomachtig mooi – eigenlijk zouden de eerste twee strofen zo ook moeten én ik zou toch het woordje ‘toch’ toevoegen in de derde:
 
het afscheid een zachte stem
met zinnen vol troost
gesproken in stijl en toch eeuwig stil.



Dag Pom
 
Mijn bijdrage voor deze keer. Als je loopt op oude kerkhoven geeft dat een onbestemd gevoel, al die namen, al die levens, de vergankelijkheid. De tranen die gevloeid zijn  of misschien innerlijke opluchting. Graven die verzakt zijn, sommige keurig netjes of compleet dichtgegroeid.
 

bijna een gedicht: (red.)

Als je loopt op oude kerkhoven
 geeft dat een onbestemd gevoel,
 al die namen, al die levens.
 
De tranen die gevloeid zijn
van opluchting wellicht.
 
Graven die verzakt zijn,
sommige keurig netjes
 of compleet dichtgegroeid.
 
erosie
 

diep in de zwarte koude aarde
waar daglicht verschrikt
terugdeinst in onbestemdheid

de dood over de aarde kruipt
wacht vergankelijkheid
op het beloofde Hiernamaals

met respect achtergelaten
tranen die pas opdrogen
na de laatste voetstappen
op het knarsende grind
 
geloftes, in geloof geleegd
in Gods vertrouwen aanvaard
namen op verzakte graven
door erosie aangetast
 
Magda Haan 

–>
met het erosie gedicht en de daarin gelegde  reli-verwijzingen heb ik niets, nul komma nul. ordinair gezegd: god kan van mij de pot op. en de hele EO erbij – doorspoelen en wegwezen. de tekst ‘bijna een gedicht’ – als inleiding door magda gegeven kent een meer wereldse werkelijkheid en is heel aardig – vooral met die verbazingwekkende prachtige regel gesproken op zo een oud kerkhof: ‘al die namen, al die levens.’
 
de jongen en de zee

de jongen op de foto
heeft zachte ogen
je zou zomaar een boterham
voor hem smeren

was het afscheid
als gedacht
het water stil
de wind mild

de foto zwijgt
maar altijd golft de zee
het schip
een stadje aan zee

petra maria
–>
tsja petra maria laat ons lezers  die hele ketelbinkiejongen invullen. en eerlijk gezegd ik wil helemaal voor zo een jongen geen boterham smeren. een jongen met zo een raar pakkie aan. en zo een rare pet ook. ik zou zeggen – jongen eerst douchen, dan normale kleding aan graag en vervolgens – het gedicht uit!



je bent er altijd ben je er
zonder jou ken ik geen leven
door jou heb ik geen
 
jouw lust mijn last
verdoofd verlangen
dromen door prikkeldraad omvat
 
ergens in de jungle van mijn fantasie
daar ben jij niet
daar ben ik vrij van schuld
de rekening betaald
bij niemand meer in ’t krijt
ik stel me voor
dat je ik nooit meer binnenlaat

Ien Verrips

–>
ik geloof niet dat dichter (of de ik persoon)  hier al afscheid heeft kunnen nemen, beter gezegd ze is nog niet los gekomen van de persoon waar je naar ik vermoed wel los van moet komen wil je nog een beetje kunnen ademen. hier is sprake van allerindividueelste impressie in een allerindividueelst gedicht. voor de lezer is er ook bijna geen zuurstof over. resteert ademnood.  
 

Share This:

VON SOLO neemt afscheid met de woorden: “Maar voor nu moet ik even een andere weg in. Een onbekende.”


VON SOLO:
Maar voor nu moet ik even een andere weg in.
Een onbekende.
 
nou dan ga ik U eerst bedanken voor al het moois dat u deze site heeft gegeven. voor die 392 columns en nog een aantal meer – een jaar of 8 denk ik. en dan ga ik u voor de komende tijd mooie lieve dingen wensen. vrijheid of wat dan ook goed voelt. en natuurlijk altijd welkom terug met het leven, met poëzie of de verhalen erover. het was mooi beste VON. mijn hart huilt natuurlijk wel een beetje. er is een klein stukje van mij geamputeerd. maar grote dankbaarheid overheerst. tsjee de columnist die het leven elke week weer een stukje verder bracht – van zichzelf en van anderen – die verdient de vrijheid die hem toekomt en die hij wenst – mooi voor het onbekende – baanbrekend mooi – dank je wel voor zoveel. X

foto: Theo Huijgens
de redactie van pomgedichten heeft de best denkbare opvolging weten te vinden voor de donderdag van Von Solo – (ook op de vrijdag trouwens zal een nieuwe ‘columniste’ haar opwachting maken hier op deze site.) heel erg blij met de vrouwen die deze site op zeer eigen wijze zullen gaan versterken. donderdag en vrijdag hier te lezen de nieuwe namen, mensen, vrouwen, dichters, teksten.

Share This:

bericht uit de hemel – JOOP KOMEN: ‘maar lieveling, verlaat me niet…’

Ik weet, vaak doe ik je verdriet
woorden niet altijd goed gekozen,
dank met de drank en nooit met rozen,
een klankbord om mijn gram te lozen,
maar lieveling, verlaat me niet.

Nooit eens een ridder, steeds bandiet.
Mijn handen losser dan mijn kozen,
mijn jaloezie als ‘k jou zie blozen,
de lekke boot die jij moet hozen,
maar lieveling, verlaat me niet.

Ik weet, je vindt mij hypocriet
als soms mijn spijt wil bovenkomen,
mijn krokodillentranen stromen,
maar lieveling, verlaat me niet.

Toch zal het nog een keer gebeuren
dat je mij onder de trein zal pleuren.
Maar mocht je ooit dat plan beramen
ik zweer ’t je, dan gaan we samen!

Joop Komen

Share This:

Merik van der Torren aan het buurten


Hoi Pom,
Een ontmoeting met mijn vriendelijke buurman Mo gaf me dit tekstje in; zo’n beetje een beschrijving van het gesprek dat ik met hem had, groet, Merik


Burenbabbel 2

Laat in de avond kwam ik Mo
tegen met hondje Boefje.
 
Alles ging goed met ons allebei,
ook met de honden Boefje en Betty.
Ze snuffelden aan elkaar,
dame en heer op leeftijd.
 
“Ik lees wel eens gedichten voor,”
vertelde ik Mo.
“Wat zijn dat ?” vroeg hij.
“Eigenlijk korte verhalen,” zei ik.
“ Dan hou je ook van filosofen,” zei hij,
“ filosofen zeggen interessante dingen.”

Share This:

Anne gebiedt


geniet
niet met mate,
maar kom thuis
na het verdwalen

Anne van Walraven
Anne van Walraven / @annevanwalraven

Share This: