Merik van der Torren bij de krakers
Peter Posthumus over ‘die weldadigheid dat je er bent geweest…’

Ooit dat spel gespeeld
dat je er bent
en dan weer niet
zonder geraamte, zonder zeis
nee niet dat Russische roulette
maar dat je aan het
einde van de dag
door slaap wordt weggehaald
eenvoudig weg
niet meer dan dat
de tijd die blijft
voor wattie was
die weldadigheid dat je er bent geweest
even dan
als een hapering in de tijd
Peter Posthumus
de oude heer Aachenende is overleden – I.M.

de ouwe aachenende is dus op 90 jarige leeftijd overleden. prachtige bundels, prachtige gedichten, altijd een perfect optreden – laten we zijn lieve vriendin loes essen condoleren – zij was altijd zo begaan met de ouwe aachenende. hieronder een brief aan mij waarin hij 15 jaar geleden mij bekend maakte met zijn wens om deel te nemen aan de Haarlem slam – toendertijd met juryvoorzitter F. Starik – inmiddels overleden. het werd een briljant optreden van de ouwe aachenende. toch wilde Starik de 75 jarige niet laten winnen. ” Ja zeg als ie het nou nog niet kan…” waren de legendarische woorden van Starik.


poëzie van Peter Berger 2 – ‘Was tot ist kann niemals sterben…’

De vloedlijn is bezaaid met vormeloze stukken zinkhout, half opengesperde schelpwezens en tot op de graat vergane zeemonsters. Traag voortkruipend als een schuimende kronkelstreep die dood van leven scheidt prevelt ze eindeloos haar sissende gebed: Was tot ist kann niemals sterben. Dwalende regendruppels etsen onverstoorbaar geestverruimende patronen van licht en donker in het maagdelijke zand. Ik haal schouderophalend nog maar eens zeikpoot. Gewoon om het leven te vieren.
Peter Berger
Rik van Boeckel wint de enige echte virtuele – je laatste zoutje – de vreemde gedachten trofee op pomgedichten punt nl – bijzondere vermelding voor Antony Oomen
ik wil alle dichters die werk instuurden van harte bedanken. makkelijk is het niet om vreemde gedachten om te vormen tot een poëtische uiting met allure – deze week lukte dat Rik van Boeckel als geen ander. hoe vreemd ook de gedachten zo mooi ook – regel na regel – riks poëzie – goud voor hem. van harte Rik! hoewel gediskwalificeerd – Antony ging door de befaamde 20 regels regel! heen – niet meer dan 20 dichtregels graag ter bescherming van de mensheid en alle lezers op de pom – toch krijgt het ingezonden werk een speciale vermelding – lees en geniet zijn gorteriaanse oproep – dat we NIEUW mogen worden.

Het duo van toen
Het duo van stille tijd en harde dood
laat zich niet uitkleden door ervaring
in lichtjaren verdwijnen wij nimmer
na het voorlaatste en laatste zoutje
hij schrijft met mij de tijd van toen
zijn laatste woord gericht op vaarwel
wij zijn oude toffe gasten zonder last
door de jaren uit elkaar geschreven
etend in een Fins restaurant met zout
slapend in een wereld van natuurlijk goud
wij drinken door de tijd heen met verve
namen geven wij aan het dode anker
het schip voert ons naar verkeerde kanten
langs eilanden van voorgoed afscheid.
Rik van Boeckel
28 oktober 2022
rik memoreert met optimistische associaties het duo van toen ‘in een wereld van natuurlijk goud’. dat de wereld nu een beetje anders lijkt laat de dichter aan de wereld. de samenvatting van deze ‘vreemde gedachten’ in pure poëzie geschreven:
het schip voert ons naar verkeerde kanten
langs eilanden van voorgoed afscheid.
ik denk dat we rik vaker met ‘vreemde gedachten’ op pad moeten sturen daar komen hele normale prachtige gedichten van.

ik doe maar eens mee aan je prijsvraag met het volgende gedicht, dacht ik, met zoveel vreemde gedachten die ik heb; hopelijk vermaken ze je. Fijne zondag!
Luchtwegen
Ik heb helaas twee slechte longen
Op een druilerige herfstdag begon het gedonder weer
Een fluitgeluid klonk uit m’n rechterlong
Ik dacht dat ergens een kievit zong
Maar alras hoorde ik nog een krolse kater mauwen
Muggen, muizen, muskusratten
Een schreiend wicht – ach heden –
Heur handjes gebrand aan de kokende fluitketel
De singer-naaimasjien op de ziel getrapt
Een reutelpruttelende percolator
Mijn borstkas werd een schaapskooi vol jammerende lammeren
Een gammelrammelende dorskast
Een puffend stoomgemaal waar rondom krijsende meeuwen zwermen
Krakend en schurend trapharmonium, vals bespeeld door een oude non met een snor
En op de kade klaagzong meerstemmig het eeuwige koor van kijvende viswijven
Hier diende men schielijk te vluchten in hersengespinsel
Men verbeelde zich herstel, droomt van genezing, geluidloos rustige adem
Mijn oude longen zingen in dit koor niet langer mee! verklaar je plechtig
Ik droom van twee gloednieuwe gezonde longen
Zoals de oude piepten zingen thans de jonge, juich je
De vernuften der wetenschap laten je weer ademen als een pasgeborene
Ik sta voor niets, ik hef een lied aan dat seizoenen overstijgt
Ik ga rondrollen in de herfstbladeren in het bos
Ik beklim de Himalaya, de piramide van Cheops, de Machu Picchu of de Chinese Muur, de Kilimanjaro
Ik ga op surfles aan de Marokkaanse kust
Diepzeeduiken in Guadeloupe en wadlopen op Ameland.
Ik ga dansen en zingen
Ik kan mijn geluk niet op
Ik word dichter
Antony Oomen
29.X/2022
Amsterdam
we heten Antony natuurlijk van harte welkom in de wedstrijd die geen wedstrijd is. een gedicht vol verlangen. ja dat willen we allemaal wel – nieuwe longen. en een gedicht dat alle kanten opvliegt: ameland wordt aangedaan, er wordt diepzeegedoken, de himailaya beklommen – dichter Oomen haalt alles maar dan ook alles ‘van stal’ – zeg maar – van van Ostaijen tot aan Oomen – om zijn met nieuwe longen voorziene dichterschap te bezingen – het is alsof we Gorter lezen:
‘ik wil nieuw worden…’ –
een bijzondere bijdrage met dichterlijke wegen door de wereld en door de tijd heen – een bijna te positief gedicht voor een gemiddelde hollandse zondagochtend. maar toch – fijn om te lezen – het is ook de dichter Cartouche vaker overkomen – die springt dan uit zijn dichterlijke vel. hopen we dat Antony in alle vrolijkheid en met nieuwe zuurstof deze zondag zal omarmen. hier dient gediskwalificeerd: de opdracht luidt: ‘gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg -…’ de noodzaak hier is in de eerste regel van Antony’s gedicht al een gegeven. het was heerlijk om mee te glijden langs berg en dal met dichters woorden – en hoewel god en de VAR vandaag antony het voordeel van de twijfel gunnen. ik blijf hard.
- Rik van Boeckel: langs eilanden van voorgoed
- Frans Terken: de dagen van samen zingen
- Etwin Grootscholten: het ego dat jij
- Ien Verrips: ik droom me
- Anke Labrie: die wonderlijke wereldbol
- Antony Oomen: Ik beklim de Himalaya, de piramide van Cheops, de Machu Picchu of de Chinese Muur, de Kilimanjaro …
- Jako Fennek: buurman in de tuin
wie wint de enige echte virtuele – je laatste zoutje – de vreemde gedachten trofee op pomgedichten punt nl? wellicht heeft u er ook weleens last van – vreemde gedachten – ik wijt mijn vreemde gedachten aan V. een enorme grote man – een dichter uit Antwerpen – ik sprak met hem in purmerend – een paar maanden later viel het bericht van overlijden op de deurmat – sindsdien heb ik last van vreemde gedachten – u ook? we lezen graag vreemd. u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.

nog een zoutje
altijd een beetje bang
dat het de laatste keer is
dat komt door V
de tweede keer
zag ik hem terug in een potje
zo’n grote man en dan in een potje
ik heb het ook altijd
bij uitgelaten mensen
op zonnige terrasjes
of op verjaardagen
je laatste zoutje denk ik dan
pom wolff

Ja, vreemde gedachten, nog bij de borreltafel borrelen ze op. Warme weekendgroet weer!
Frans
Op een hoop
Zoveel zand als er opgehoopt ligt
alsof je naar een forse berg zoutjes kijkt
meer dan genoeg om je doorheen te eten
hoop je dat het niet je laatste is
als ligt het er om een dode onder te begraven
dat je de overblijfselen bijeen raapt
wat rest kan in een potje geveegd
je werpt er nog een laatste blik op
denkt terug aan de dagen van samen zingen
van wanneer doen we weer een feestje
zorg jij voor de borrel strooi ik de noten
sta je daar verstomd in je eentje
graaft een kuil in het zand
om de as in uit te strooien
© FT 29.10.2022
heel even samen weer – dat beeld in gedachten gebracht door de dichter in het gedicht – de verjaardag, de zoutjes, het zingen en de borrelnoten – maar helaas niet meer dan een enkele strofe lang – harde realistische gedachten nemen plaats in het gedicht en brengen de harde werkelijkheid van – zand – kuil – as als strooigoed.

enorme axolotl
die ik met zich
het ego dat jij
zich is ons
Etwin Grootscholten
De Axolotl is een amfibie met kleine pootjes en een grote, zijdelings afgeplatte staart en opvallende, roodgekleurde kieuwen.
of het hier een antwoord betreft aan de man die de laatste tijd zo met reptielen in de weer is. met iets minder schubben de plomp in zeg ik altijd maar – ik weet het niet. grootscholten én vreemde gedachten – ach dat is niet zo een vreemde gedachte eigenlijk. deze dichter zoekt altijd wel de randen van de werkelijkheid op. ‘een fijne eenhapscracker’ hoor ik peter le nobel zeggen in mijn achterhoofd waar ik onlangs op gevallen ben. hoe dan ook deze recensie is in no-time geschreven – ergens tussen zomer en wintertijd – waren het ronnie en de ronnies niet die zongen – weet je wat ik zie als ik gedronken heb – nou nou? allemaal beestjes – allemaal beestjes om mij heen. of het gedicht op die manier tot stand is gekomen – ook dat weten we niet.

ik droom mijn vader
op het dak
van ons huis
ik droom me naast hem
op het dak van ons huis
dat brandt
ha pap
ik sta in vuur en vlam
dat ik mijn dode vader droom
samen op het dak van ons huis dat brandt
hé pap
of hij me duwen wil
de vuurzee in
ik droom me wakker
met een gil
Ien Verrips
een angstdroom – geen pretje – en inderdaad met voor de meeste mensen vreemde gedachten – een vader die een dochter min of meer de afgrond in duwt – een dochter die nog een gezellig gesprekje met een vader voert op een brandend dak en zelf in vuur en vlam staat – ik weet het niet – rare gedachten leveren niet altijd mooie gedichten op. hier blijven ze in de tekst een beetje te raar en te angstig. niet geschikt voor de poëzie.

die wonderlijke wereldbol
waarop ik ook zomaar
een beetje rondloop
en telkens als ik denk
eraan gewend te zijn
een soort van grip begin te krijgen
word ik opnieuw verrast
een gave voor mijn geest
die zich zo nooit verveelt
anke labrie
29-10-2022
anke blijft hier vrolijk stappend in haar verwondering in de wereld van het proza – de wereld van de poëzie wordt op de vorm na niet betreden. we lezen over iemand die vol verwondering door de wereld paradeert – ok – dat mag.

die avond heeft hij een depressie
met angst voor open deuren
het is het surrealisme van een doek
waarop een boom geschilderd
die uit een hersenpan groeit
de dag daarop ligt buurman
in de tuin, de mond wijd geopend
als een grafkuil
alsof hij al toevlucht tot de aarde zoekt
uit zijn keel puilt
een spruitenplant
jako fennek
inderdaad een beetje vreemd doet buurman wel ja. geef jako fennek één vinger vreemd en de hele buurt ligt in de tuin. zo lijkt het. met plezier gelezen in tijden van halloween – toch lijkt de dichter ons een aantal mededelingen te doen. ik denk dan het is weer eens wat anders in deze tijden van poetin en mogelijke kernstofsplijting – grappig – ik denk niet wat een geweldig gedicht ontploft hier in mijn kamertje op 2 hoog achter in de jordaan.
Seraphina Hassels: ‘mag ik je nul zes…’

Deur altijd open
stap langs het fluweel
daar is de vluchtheuvel
ons schouwtoneel
ontluikende liefde’s, lonkend achter glas
groteske verhalen, hard gelach met een traan
bier beklonken vriendschap komt hier van pas
Bacchus is hier koning
zorgen voor morgen
kom geef me een lach
glas wijn als beloning
voorbij snelt de tijd
doe nog maar nog ééntje, niet nu al gedag
toch wel wat duizeling, loopt naar de wc
kijk, die flirtende man, gaat snel met haar mee
eerst even betalen
ja, doe maar voor twee
tussen jassen en tassen
een vluchtig en verstolen kussen
wat droogjes, of net iets te nat
tastende handen, mag ik je nul zes
zijn het nu nichten of zussen
gerinkel van sleutels en sloten
waar staat mijn fiets
dag vrienden, op huis aan
ik zie jullie snel weer snel
alleen thuis is het niets
want Bacchus is hier koning
zorgen voor morgen
hier klinkt jouw lach
omhelzing als bekroning
kom
we sluiten de dag
Seraphina Hassels
Rik van Boeckel in de ban van Lissabon -Lisboa 27 oktober 2022 – 13.48 uur

Lisboa Portucalis muzikale werkelijkheid
Lisboa tijd een muzikale werkelijkheid
reizend van Oriente naar Theatro Tivoli
het Coliseu dos Recreios amuserend
met Cubaanse en Ghanese ritmes
Lisboa tijd een muzikale realiteit
Lusofonica melodieën uit Cabo Verde
Brazil Alentejo e Alfama e Mouraria
de dans van Bia en Duarte geprezen
de dagen vertrekken naar de kade
het memorabele zand van Cascais
de oude paleizen en straten van Sintra
de kliffen van wonderschoon Magaito
dat zand reist verder naar Oeiras
de onderstroom van de Taag
met uitzicht op de brug van 25 april
wandelstappen zettend langs Santa Amaro
Portucalis tijd een poëtische werkelijkheid
met Fernando Pessoa in zicht en inzicht
fadista’s zingen in Duque da Rua zo licht
Sara Correia prachtig fado Tivoli gedicht
Tito Paris leidt saudade naar sodade
licht hees zingend met coraçao de morna
Eliyahu danst met kamanche en tar
langs congas en calebas beatdriver
Lisboa Portucalis zingen deze tijden
de Suomi dames bespreken dit samen
nu Womex nostalgie de professie raakt
schrijven en muziek de passie vermaakt
lachende Lisboa bewoners spreken
onverstaanbaar in saudade taal
in de catacomben van Mouraria
de pastéis verwerkend met genot
Ai zingt Amália vanaf haar foto
aan de muur bij Rua Cavaleiros
met Argentina Santos bij Martim Moniz
het plein van de fado fonteinen.
Rik van Boeckel
Lissabon
27 oktober 2022
13.48
VON SOLO op een zonnige zondag in BRUSSEL – Ik kijk op mijn telefoon en zie dat mijn vrienden samen in café Delirium zitten. De naam zegt het al. Daar moet ik zijn…’
Ik kijk op mijn telefoon en zie dat mijn vrienden samen in café Delirium zitten.
De naam zegt het al. Daar moet ik zijn.

Het is een zonnige zondag. Ik loop van de Brusselse wijk Sint Gillis naar Elsene. In Sint Gillis
heb ik net bij Brasserie Verschueren op terras genoten van Tripel Verschueren onder de
stralen van de nazomer. Door de milde kater van de dag ervoor staan mijn zintuigen op
scherp. Een boek lezen is lastig, want elk geluid bereikt mijn gehoor en doet me opkijken in
nieuwsgierigheid. Het maakt ook niet uit. Er hoeft niets. In de ochtend hoorde ik op Studio
Brussel, dat er een klimaatbetoging zou zijn. Ook daar hoef ik niet heen. Ik besluit verder te
lopen naar mijn hotel om mijn tas daar af te gooien, maar eerst nog even bij café Belga
langs.
Eén van de leuke dingen aan Brussel is het glooiende landschap. Dat betekent te voet en op
de fiets regelmatig even een tandje bij als er geklommen moet worden. Terwijl ik heuvel op
loop hoor en zie ik tweehonderd meter bergopwaarts een paar fietsers naderen. Het accent
vertelt me dat ze uit Oost-Nederland komen. In mijn na-kater erger ik me aan hun
aanwezigheid en hun harde gepraat. Vooral omdat het gesprek als volgt verloopt: ‘Er is
vandaag een klimaatbetoging. Een wat?! Er is een klimaatbetoging! Wat zeg je?!’ Op dat
moment passeren ze me bergafwaarts en zeg ik keihard: ‘EEN KLIMAATBETOGING!!!’. Ik zie
de totaal verbouwereerde gezichten zwijgend voorbij schieten en moet erg lachen.
Even later loop ik op de Rue de Bailli. Ik kan goed doorlopen, want alle stoplichten gaan op
groen. Ineens zie ik, terwijl ik oversteek, vanuit een zijstraat een Porsche cabriolet aan
komen rijden, die netjes voor het zebrapad stopt. Op de gepersonaliseerde nummerplaat
staat ‘0-1-0’. Ik loop naar de bestuurderszijde en zie een man van middelbare leeftijd met
grijs krulhaar achter het stuur zitten. Ik richt mijn stem tot hem en spreek: ‘TOCH NIET
TOEVALLIG UIT ROTTERDAM JOH!’. Hij kijkt me angstig aan en drukt het gaspedaal vol in en
scheurt door rood. Weer moet ik erg lachen. Het gevoel bekruipt me dat de man in de
Porsche waarschijnlijk geen Nederlands sprak.
Aangekomen bij Belga bestel ik een halve liter, zet me in de zon en luister wat gesprekken in
het Duits en Frans af over de klimaatbetoging. Niemand slaat acht op me. En dat is in orde.
Als mijn glas voor de helft leeg is, besluit ik door te gaan. Ik zet mijn glas op de afruimtoog
buiten en beweeg me ongezien verder. Ik stel me voor dat ik onzichtbaar ben. Daardoor
neemt niemand me waar en kan ook niemand op me reageren nu. Ongrijpbaar en
onbegrijpelijk. Ik kijk op mijn telefoon en zie dat mijn vrienden samen in café Delirium zitten.
De naam zegt het al. Daar moet ik zijn. Pas daar zal ik weer materialiseren onder de mensen.
VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl
Merik van der Torren – voor Hiltje

Op dat eiland
We speelden in het warme zand
in de zonovergoten duinpan,
jij in je blauwe jurkje en ik
en wezen elkaar margrieten aan.
De meeuwen krijsten enthousiast.
Ook de zeehond applaudisseerde.
Geen moeder die “Aan tafel!” riep,
geen donkere wolk boven ons hoofd,
we speelden in het warme zand
en je reisde naar de overkant.
Ik zond je bloemen na.
20 september 2022
Voor Hiltje.