Dat gedweep met oranje wordt ons al ingepeperd sinds de kleuterjuf. Hoe of waarom maakt niet uit. Meedoen moet. Iedereen inclusief. Zolang het maar oranje is. T-shirt. Cowboyhoed. Te strakke overall. Zo’n fluffy nylon bloemenkransje dat nooit verlept. Alleen een oranje zonnebril mag ook. Of een vlag met daarop de Hollandse leeuw, losjes geknoopt rond deinende billen.
Een fantasieloze spierbundel waggelt apetrots in een glimmend wegwerp kostuum. Hersenloos geshopt. Online. Uiteraard. Zijn vriendin heeft zich in een fluoriserend oranje niemendalletje gewurmd; voor de gelegenheid ingevlogen uit Bangladesh. Het is immers feest. En natuurlijk rood-wit-blauw op de wang. Dat hoort. Of beter nog op beide wangen. Desnoods met schmink achterovergedrukt bij de Action.
Alles mag. Zolang het maar past bij de oranje poppenkast. Want vandaag is het feest. Met bruingebakken bratwurst en vette burgers waardoor het bier doodslaat. Waar is het feessie? Het waarom deert niet. Het hoort zo. Als danspasjes op Tiktok. Oranje folklore? Achter hekken? Machthebbers. Huisregels. Festivalkaartjes. Verplicht. Een volksfeest kan het niet zijn. Crowd control. Verdienmodel. Pavlov.
Sluipende onderwerping aan een idee dat veel meer dan slechts onschuldig oranje is. Knullig? Hoezo? Feesten mag weer zonder vinkje. Kritiekloos. Straks lekker laveloos filmen voor Snapchat. Lachen. Gieren. Brullen. Ik neem er nog eentje. Morgen ook. Mijn hoofd viert altijd feest. In alle kleuren tegelijk. Want in goed gezelschap is het lekker dansen. Toujours.
Ik zag jouw oproep vandaag naar mijn bevinding van mijn eerste boekpresentatie. Nou, het was fantastisch. Kleinschalig (gelukkig), maar niet minder trots daardoor. Ik voelde me even de Hellemondse koning te rijk, en dat op de ‘Internationale naakt tuinieren dag’, wat een toeval. Of is het slechts een kruising der wegen?
Familie, vrienden, collega’s en een verdwaalde boekwinkelbezoeker waren de gasten. En ‘Dit is Helmond’ (stadsomroep) hield een interview en deed verslag.
een moeilijk thema deze week. een wedstrijd die je niet winnen kan wedstrijd. dichters zoeken en bezoeken het bijna mystieke het luchtledige – waar de adem stokt – het te grote – en verkennen een wereld waar je bijna niet over schrijven kan. het menselijke tekort is aan de orde. dichter vera van der horst stuurde een gedicht in waarin zij de allerindividueelste emotie onder woorden bracht om meteen maar weer het ingestuurde gedicht per mail terug te vorderen – in te nemen – we krijgen dat gedicht hier niet te lezen. u moet haar maar een kaartje/mailtje sturen wellicht deelt zij dat gedicht met u dan persoonlijk. bram vermeulen lukte het goed – maar kon het thema aan door die gevonden prachtregel over een wedstrijd die je niet winnen kan. helderheid is ver te zoeken vandaag. zij gaat in het te grote op. en hoe was het op de bundel presentatie zaterdag in Helmond? onder de gedichten leest u de commentaren. deze week kies ik niet voor de inhoud – in de zin van een inhoudelijk gebeuren – op een inhoudelijk gebeuren is deze week geen winst mogelijk – wie ben ik om de grootheid te bepalen voor een individu – ik kies voor een procesbeschrijving. goud voor FRANS TERKEN! daarom. dank aan alle inzenders, voor het durven delen. sterkte voor vera.
Te groot
Wat te groot is beneemt de adem als fijnstof die in de longen dringt dat het nog net geen verdrinken is in wat je overweldigt
om daar de strijd mee aan te gaan wie worstelt zich niet naar boven waar de ijle lucht een wapen is spierkracht met bloed als brandstof gevoed
armpje drukken tegen dat allesomvattende hoe het voor je ogen als een zeepbel uiteenspat er blijft niets over dan schuimend sop
om daar je handen in te wassen in nederigheid van niet beter kunnen wat te groot is houd je niet vast
in het gedicht wordt naar die alles beheersende en onoverkomelijke laatste regel toe gewerkt – dichter maakt het grote onoverkomelijk groot. dichter beschrijft het proces. en komt dicht in de buurt – het is alsof het menselijk tekort over dit gedicht is uitgestrooid, tussen je vingers door glipt en uit een valt.
wie wint de enige echte virtuele – naar de grote zanger bram vermeulen – dit is een wedstrijd die niemand winnen kan – wedstrijd? welke dingen zijn te groot voor dichters / zangers – ook nu nog – over die dingen lezen we graag in poëzie. we lezen het zo graag als u het uit het onderste van het onderste weet te halen voor ons. we zullen u troosten en omarmen. u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
foto: @ben Kleyn
het jaar was water toen
het jaar was water toen de vliezen braken mag ik ook eens over mezelf schrijven moeder
van eeuwig houd ik niet ook niet als ik dood ben ik heb het water gedaan en de loopplank was prachtig
pom wolff
Pom, Och arme … een wedstrijd om een wedstrijd … bij voorbaat verloren.
Wedstrijd om wedstrijd
Hans op blaren Kluift zijn nagels af Verbijten heet dat
Zet in op tien Gaat rustig zitten Op zijn ongemak
Iedereen ziet het Duinzicht op Duindigt Zandstorm in ogen
Windbuil haalt in Hees het commentaar Eijsvogel hoest
Wedstrijd om wedstrijd Bij voorbaat verloren Schuimbekkend het verlies
Het paard struikelt Over den dichter Die van niets weet
ingewikkelde wedstrijd die de dichter hier oproept – de oude commentator weet het ook allemaal niet meer – de dichter wint de dichter wint niet – de lezer leest en staat er bij te kijken en kijkt er van op.
De zee van geluid en liefde
De zee van geluid stuit op het zand bij eb en vloed vissers deinen heen en weer slaan met de stok op de piroque
het zand ademt liefde de zee ruist vanuit de stilte aan de horizon zingt de zon het lied van het zomerse Senegal
verlegen dwalen vogels rond de lucht kinderen slaken een diepe zucht dansen op het ritme van mamma Afrika bij de hard schuimende branding
de vitalistische veelzijdigheid speelt een rol in de muzikale bestemming de binnenwereld roept met geduld de buitenwereld op bij een zee van liefde .
Rik van Boeckel
alle van boeckel elementen worden ingezet om op een ver continent de liefde de grote trom te laten slaan – nee rustig blijft het niet echt als de dichter een veelheid aan natuur elementen bijeen brengt in zijn gedicht.
Meer dan dubbel
dat complimenten aan jezelf meer dan dubbel mogen tellen jou als leidmotief
nemen is de bal aan de voet je tegenstander de verkeerde kant opsturen omspelen, op het doel afgaan en scoren geen kunst maar slechts vermaak
een schijnvertoning – jij zelf de taaiste tegenstander in een leven lange opgave het gedicht te schrijven dat al omvat, alle andere overbodig maakt
doorgronden wie je bent, waar je staat een wedstrijd niet te winnen – vrede om je heen kun je enkel stichten door sneven op het veld van eer
zo alleen door me aan jou te geven val je weet ik je – voor mij te winnen
06-05-2023 / Cartouche
dat je zelf je grootste tegenstander bent leren we van de dichter en dat slechts in totale overgave de geliefde te winnen valt – maar pas nadat je dood is ingetreden – dat is dan wel weer jammer. probleem is dat ik altijd moet oppassen bij Cartouche met mijn commentaar omdat dichter lichtgeraakt kan reageren. beter gezegd dichter accepteert geen enkel woord van en uit mijn commentaren op zijn gedichten haha. toch het volgende: het lijkt hier of we te maken hebben met een allesomvattend gedicht. maar het is geen gedicht – het is een tekst met goed toegepaste elementen van de retorica. alles werkt de dichter naar die prachtige slotscene toe in de slotstrofe. maar de de vier inleidende teksten/strofen – zijn op zich zelf staand gelezen van bijna onleesbaar proza –
dat complimenten aan jezelf meer dan dubbel mogen tellen jou als leidmotief nemen is de bal aan de voet
zo een tekst – de eerste strofe – als voorbeeld kunnen we echt niet tot de poëzie gaan rekenen. we lezen hier eigenlijk een soort toespraak van obama – misschien kan Cartouche tekstschrijver worden van – ik noem maar wat – Charles de III – dan komt de koning beter over. dat wel.
ik was een makkelijk kind zonder bravoure maar gezeglijk en meestal zoet tot op een dag ik durven wilde tree na tree met wiebelbenen de hoge duikplank op veel hoger dan gedacht enger dan gevreesd het water voor mij veel te ver achter mij een rij kinderen ongeduldig joelend mij duwend ik val ik vlieg zonder vleugels stort ik de diepte in zonder tijd te hebben het gevecht met mezelf te kunnen winnen
mei 2023 Ien Verrips
Ien schetst een particuliere ervaring – een licht trauma alsnog de poëzie in geduwd – zoals we ze allemaal kennen – hier lezen we wel een heldere beschrijving in casu van de hoogte vrees. maar ach als ik in de euromast omhoog ga heb ik dat ook. we zijn nu eenmaal niet gebouwd om in chloor of in 010 te duiken. – niet doen! makkelijke kinderen moeilijke kinderen niet doen!
Ha Pom, Vers van de pers, net wakker. Mooi nummer van Bram. Deed me denken aan een gedichtje dat ik tig jaar geleden schreef:
mama, mama kijk dan hoe ik klimmen kan
en vallen gaat vanzelf
Hartelijke groet, Anke
competitie
bij een hardloopwedstrijdje leerde hij heel hard te hijgen vooral net voor de streep waar hij zijn passen inhield en ook struikelen kon hij goed
op de lijst met goede cijfers met een bloemetje erboven door de schooljuf bijgehouden stond zijn naam nooit bovenaan spelfouten maken was een eitje
het is een sport geworden inmiddels kent hij alle trucs om geen wedstrijd ooit te winnen hij weet zelf wel wat hij kan en heeft nog steeds veel vrienden
anke labrie (07-04-2023)
anke schetst de persoon die liever niet winnen wil – om vriendschappen te waarborgen. het is een manier van doen. gedicht zal het goed doen op de vrije school vermoed ik zo. ooit dachten we er goed aan te doen om ons kind op zo een school te plaatsen. totdat er juffrouw kwam die mij opdroeg nooit meer naar de tv te kijken – dat was niet goed voor mij en niet goed voor mijn dochter. juffer eiste voorts ook duizenden euro’s aan inschrijfgeld/ schoolgeld op. toen zei ik dat is ook niet goed voor mij en niet voor mijn dochter.
wij hier van de pom zijn TON HUIZER zeer dankbaar dat hij in april het gastdichterschap heeft willen vormgeven. ‘Even geen harstocht, warme gevoelens, of relatiepoëzie…’ en zo is het ook – dichter Huizer benadert de poëzie en het leven vaak op zeer subtiele humoristische wijze en beschrijft zijn mede dichters/lotgenoten soms ook met lichte vrolijk makende ironie.
-Tantratante-
Ze weet hoe het moet en ook nog hoe het gaat is Reiki spiritueel
bepaald niet van de straat haar inzicht is heel diep dat komt door al dat leren
ze kijkt graag naar haar neus dat scheelt bij mediteren ze loodst je door het leven
mits je budget toereikend is haar licht schijnt ook op jou voor wat boter bij de vis
ze vraagt naar al je vragen wil graag weten wie je bent de verlichte medemens
jij doet de doden om vandaag een dodendas een dodenjas klaar voor buiten – wat ze willen krijgen ze ze willen uit aardedonker licht arie waar is pappa
de dodendans een signaal daar komen zij – uit holen en paleizen die dans de twee minutenmars een lange hogehakkenmars de dam en zij ruikt olie
zwijgt als een woestijn als olie op het vuur van olie is altijd olie is altijd vuur is altijd olie op het vuur is altijd commercieel als klompen
is altijd dam is altijd orde altijd krans en nog een krans een kringetje van jongetjes en meisjes een dodendans – is altijd groeten knikken groeten altijd groeten altijd dans – is altijd uniform
ze spreken uit één mond – een dodenmond de echte doden leven nog zij trekt haar spijkerjasje uit arie waar is pappa zij is bij pappa – hij slaapt met haar
Een droom komt uit. De eerste dichtbundel van Rob Mientjes. Zestig haiku’s geschreven tussen 2018 en 2023. Een selectie uit een archief van 1500 haiku’s. Geïllustreerd met zestig natuurfoto’s gemaakt tussen 2013 en 2023 in de omgeving van Helmond. Een haiku is een Japanse dichtvorm van drie dichtregels met respectievelijk 5 – 7 – 5 lettergrepen. Kleine verhaaltjes met diepgang, humor, ernst en zen. Associatief en kleurrijk geschreven. Rob Mientjes (1963) woont en werkt in Helmond. De dichtbundel wordt gepresenteerd op twee verschillende data 6 mei in Helmond en 28 mei in Eindhoven. Meer informatie over de dichtbundel op Mien weblog. zo luidt de aankondiging!
Rob Mientjes – Mien Haiku’s – gedichten van de Poespas en de Weemoed én Het zijn dat ooit was
en zo luidt de recensie
EEN zomerse LENTEBUNDEL – Een boekje om blij van te worden. Het overkomt mij niet vaak maar ik heb nu al een keer of drie de bundel van Rob Mientjes door mijn handen laten gaan – letterlijk gebladerd – op alle linker pagina’s natuurfoto’s geschoten door de dichter – echt om blij van te worden. Ik houd helemaal niet van natuurfoto’s maar deze zijn een lust voor het oog. we lezen in de verantwoording dat de foto’s door de dichter gemaakt zijn in de buurt van Helmond – ik overweeg om Amsterdam Amsterdam te laten en te verruilen voor Helmond. Een impulsief moment – natuurlijk ga ik Amsterdam niet uit dat begrijpt u ook wel. hoe dan ook – een prachtige foto bundel – met meer dan 60 kleurenfoto’s – en dan moet je de haiku’s nog doen. ook een stuk of 60. eigenlijk moet ik Jeanine Hoedemakers – de brabantse koningin van deze dichtvorm raadplegen voor een ter zake kundig vormoordeel – maar ja die woont niet in Amsterdam – dus u moet het mij doen. en voor wat betreft de inhoud bent u bij deze romanticus aan het goede adres. En het rare is – hoewel ik ook niets met Haiku’s heb – lees ik ze naast de foto’s en kikker er helemaal van op. En toch is het niet alleen de lol – het lollige – de woordgrap – vrolijkheid ten top zo af en toe – de poespas die we voorgeschoteld krijgen:
Poespas vergeten ze mag dus niet naar binnen kattenluik blokkeert
Langzaam maar zeker bereidt de dichter ons in deze bundel gedichten een heerlijk maal aan poëzie – doortrokken van toegepaste mooie en voor de ware romanticus heerlijke romantiek – die mij erg bevalt. En het nagerecht is ook in orde met een aantal – maar net niet te veel – en gelet op de pracht van de foto’s toch zeer toepasselijke – hoe zeg je het – de mens omarmende poëzie.
De kist zwart gekleed kwetsbaar donker als de nacht gedragen door vrienden
ik herlees en herlees en de woorden worden steeds mooier. Ik herlees ‘Mien Haiku’s’- gedichten van de Poespas en de Weemoed én Het zijn dat ooit was.
Bij het kruispunt van de ’s-Gravendijkwal en de Rochussenstraat vielen ze me op. Een stel op de fiets dat voor me stond bij het stoplicht. Vooral de man was opvallend lang. Hij had een kinderstoel achterop zijn fiets en nog een extra zitje op de stang. Zijn haar was onberispelijk gekapt in een korte nette coupe met gedistingeerde stukjes grijs. Hij droeg een kort, bruin suède jasje. Zeshonderd euro zou ik denken. Bij één van de beter boetieks. De vrouw, die met hem meefietste had een vormloze wollige jas aan en een volle bos zwarte krullen. Ze viel niet bijzonder op. Niet zoals de man.
Ter hoogte van de het Bilderberg Parkhotel werd me duidelijk dat ze ook af wilden slaan naar de Mauritsweg. Nu is dat tijdens het drukste moment van de dag niet eenvoudig, maar een beetje Rotterdamse fietser klaart dat wel. De man stak zijn arm uit, die bijna de andere helft van het fietspad overspande en sorteerde daarmee linksvoor om over te steken naar Eendrachtsplein. De vrouw was meer van het twijfelende soort. Ze had verzuimd hem resoluut te volgen en stond nu nog aan de rechterkant van het fietspad te wachten om zich bij de man te voegen.
Op dat moment hoorde ik in mijn achteroor een gierende bezorgscooter naderen. Net op dat moment poogde de vrouw het fietspad over te steken, waardoor op een haar na door de scooter gemist werd. De vrouw stak daarop haar middelvinger op. De Levantijnse scootercowboy nam dit nogal ernstig op en wendde de teugels om dat kenbaar te maken. Hierop kon de lange man in het suède jasje zich laten gelden middels het uitspreken van de woorden: ‘Rij jij nou maar gauw door’. In het daaropvolgende dispuut herhaalde de man dat nog tweemaal. Gezien zijn lengte kon hij er natuurlijk weinig aan doen, dat hij dat vanuit de hoogte deed. Ook merkte hij op, dat de scooterjongen moest inbinden omdat de vrouw zwanger was, hetgeen haar debiele oversteekpoging natuurlijk verklaarde, en hij HAAR MAN was. Daarop kreeg hij een ziekte toegewenst, wat ik weinig origineel vond. Wel getuigend van creativiteit was de opmerking van dat ‘dat kind zal een lekker opvoeding krijgen met zo’n moeder die haar middelvinger te pas en te onpas opsteekt.
Toen ging het licht op groen en was alles voorbij. Geagiteerd fietste het stel door. Ja, dit waren ze in hun buurt niet gewend natuurlijk. Het enige moment dat ze met dit soort schorem te maken hadden was als ze Thais bestelden. En dan kregen ze gewoon een goede avond gewenst. Maar dat zou dus geen fooi meer worden deze week. Mijn primaire reactie zou geweest zijn, de scooterpiraat te veroordelen. Deze keer was ik echter een andere mening toegedaan. De superieure uitstraling van man, bracht me op andere gedachten. Verder concludeerde ik, dat als zijn vrouw nu weer zwanger was, dat minimaal van de derde moest zijn. En als er iets is, waar ik een hekel aan heb, dan is het dat rijke blanken zich altijd minimaal met een factor anderhalf vermenigvuldigt. Dan laat je je voetafdruk wel na ja.
Het verschil tussen de soorten wordt steeds groter in de stad. En zoals me vanmiddag opviel, is de keuze om dingen te de-escaleren blijkbaar niet meer vanzelfsprekend is. Ook de beschaafde man, staat liever zijn mannetje en fokt zoveel mogelijk nageslacht om te domineren. Tijden veranderen. En ik ben blij, dat ik het van de zijlijn allemaal mee mag maken. Laat ze mekaar maar opvreten. Wat mij betreft thuisbezorgd. Ik betaal de fooi wel.
VON SOLO DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl
Comfortabel zit ik in mijn tuinstoel. Het is zo tegen achten en deze avond is de herdenkingsavond. Op de Dam, op de Waalsdorpervlakte en op tal van plaatsen waar aan de gruweljaren wordt teruggedacht en terecht. De merel houdt op met zingen en in de verte klinkt een ijle trompet. Dan is het volkomen stil. Alleen het ruisen van bladeren dat de stilte omlijst. Slechts enkele seconden, want plotseling verheft zich achter de schutting een groot en dreigend blaffen. Dat is een groot exemplaar hond, denk ik nog en dan een zware mannenstem die gebiedt: ” Koest, Nero ! Kappen nou !! Af !!”
Het blaffen wordt wat dunner en komt tenslotte tot een zacht, smartelijk gejammer. Ach, was er zo’n tachtig jaar geleden ook maar iemand geweest die op luide toon geroepen had: “ Kappen nou, Nero, af !! “ Maar helaas heeft het niet zo mogen zijn.
Dit overbodige, zo platte vervloekte vel papier roept nagenoeg niets op vraagt om woorden om zinnen die iets doen blijft bij wat gekrabbel tussen 35 lijntjes de mazen van een sleepnet door de taal
terwijl langs de beek muggen dansen in de houtwal, de eerste bloemen een vroege bloesem, het kwettert, fladdert, vliegt, grasduint en het graaft, bestuift en wordt bestoven verschalkt en wordt gegeten sterkt zich uit en steekt de kop op wordt ondoorgrondelijk gedreven door wat de bodem is voor wat bestaat dit is overvol en heel erg veel dit is, dit leeft
overstijgt vooral een handvol woorden en dit papier, dit lege vel ik laat het er bij zitten voor vandaag, voor één keer, ja, dat kan wel.