VON SOLO zelfreflexief: “Ik beoordeel mensen altijd op de waarschijnlijkheid, of ze me op cruciale momenten in de steek zullen laten en wantrouw nieuwe mensen op voorhand altijd. Zeker grote groepen mensen van hetzelfde slag.”


Gebrek aan durf om anders te zijn, in paniek raken als iemand zegt dat er iets ergs aan de
hand is en wanhopen als je denkt dat je alleen staat. Dat zijn die dingen waar ik het schurft
aan heb. Als ik er zelf last van dreig te krijgen, kruip ik weg in een hoekje en verbreek
contact met de wereld. Je mag ook stellen, dat ik die drie dingen haat. Bij mij leidt het ertoe,
dat ik een tegenreactie ga vertonen middels daadkrachtig handelen, situationeel leiderschap
en bij vlagen de inname van grote hoeveelheden alcohol of anderswijs opstandig gedrag.
Mensen die een gebrek aan lef tentoonspreiden of meedoen aan massahysterie, die houd ik
graag op gepaste sociale afstand. Gebrek aan lef is overigens niet eens iets persoonlijks.
Het doet zich vooral juist voor in groepen. Men zoekt dan de veiligheid bij elkaar en
rechtvaardigt als groep het gebrek. Ik hoef u geen voorbeelden te noemen.


Aan mij zitten er wat steekjes los. Dat uit zich in creativiteit. Maar ook in impulsiviteit,
opstandigheid en in het slechtste geval in agressie of zelfdestructief gedrag. Als je zo in
elkaar zit, dan is het lastig vrienden maken, als je tenminste niet verbergt wie je bent. Zeker
als je jong bent. Dan kun je je heel eenzaam voelen. Niemand begrijpt je en niemand wil dat
ook. Want je bent een creep en een freak. Je ouders snappen er niks van en je klasgenoten
evenmin. Tot je op het moment denkt een zielsverwant tegen te komen. Iemand waarvan je
denkt, dat ze je gekte begrijpt. Iemand om mee in de diepte te kijken en desnoods de sprong
te wagen. Er is dan na enige tijd niets teleurstellender, dan erachter te komen, dat diegene
niet het lef heeft, in paniek raakt en begint te wanhopen. Je bent dan weer op jezelf
aangewezen en de schil rond dat, waarvan je probeert te ontkennen dat het een hart is,
wordt dikker.


Het zijn wel de dingen die je vormen. Aan de persoon, die ik ben en wat huist in de krochten
van mijn geest kan ik weinig veranderen. Aan de manier waarmee ik er na zevenveertig jaar
mee om ga, heb ik de afgelopen twintig jaar met ups en downs een hoop kunnen schaven.
Dat heeft me een fijner mens gemaakt voor mijn omgeving. Het heeft me ook bijzonder
effectief gemaakt in bepaalde aspecten van mijn werk en het leven. Maar ik sta desondanks
altijd aan. Ik beoordeel mensen altijd op de waarschijnlijkheid, of ze me op cruciale
momenten in de steek zullen laten en wantrouw nieuwe mensen op voorhand altijd. Zeker
grote groepen mensen van hetzelfde slag. Het liefst zou ik soms leven als een kluizenaar.
Maar dat zou te veel opvallen. Daarom leef ik gespleten in meerdere persona’s. Die er elk
het beste van proberen te maken. En te waken, voor dat wat slaapt. Doch altijd sluimert, in
mij. Dat wat zich niet laat verenigen met de mensen om me heen. Dat wat haaks staat, op
wat deze mensen bijeen houdt. Maar wanhoop niet.

VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST

Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
 
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 

Share This:

Merik van der Torren roept op tot VREDE! programma BAR BAUT 27 juni – vanaf 1500 uur

Buitenzorg 13

Dat de merels fluiten in de wilgentoppen
aria’s van vergeten componisten
en honingbijen zoemen en nectar
zuigen uit vingerhoedskruid,
natuur en jij, lieve hond,
kon het daar bij blijven,
maar met hun klauwen
grijpen katers de zieke
en vangen spinnen
in hun web de honingbij

en het lief-toedeloetje-wil-je-een-snoepje
blijkt een wolf die lammeren openrijt.
Zo bezien is het zo gek nog niet
die moorden eindje verder weg
die oorlog en ik zingend:
vrede, vrede, vrede !


Merik van der Torren

Share This:

Peter Posthumus: ‘ik weet nog dat er…’



Ik weet nog
dat er kinderen trapten
tegen een leeg conservenblik
en er mensen liepen
in mijn straat
die alles konden zeggen
tegen iedereen op elk moment


‘k weet ook nog
hoe dat is verdwenen
in items die issues werden
in die droom van derden
auto ’s in het vak
fietsen in het gelid
geen verveloosheid, geen vuiltje
te bekennen
alles schoon en heel
recht en leeg


wat over is
is wat ik mis
is geschiedenis


Peter Posthumus

Share This:

PETER BERGER: ‘In de dood mag alles misschien volmaakt voltooid zijn, maar in het hier en nu mag je best zien dat iets geleefd heeft. Leeft. Imperfections. Secrets de la beauté…’


Opstootje. Parkeerterrein. Want ook daar kun je botsen. Hier bij de super. Nou ja, botsen is een groot woord. Grietje kreeg een bumper kiss. Niets te zien. Geen deukje. Geen buts of krasje. Geen putje zelfs. Geen schrammetje. Ik zie niks. Nou ja, met een vergrootglas misschien. Daar! Kijk. Jawel. Lig er niet wakker van. Grietje al helemaal niet. She´s not perfect. No need. Kan tegen een stootje. Wie es sich für ein Volkswagen gehört. She´s free. Vivant. In de dood mag alles misschien volmaakt voltooid zijn, maar in het hier en nu mag je best zien dat iets geleefd heeft. Leeft. Imperfections. Secrets de la beauté.

Het mag dan wel geen naam hebben, die kus, maar het meisje, een ontluikende vrouw van ergens achter in de twintig, is compleet in shock. Haar zwartgerande ogen betuigen spijt, pijn en verdriet tegelijk. Haar kompaan? Hij heeft zich in haar vastgebeten. Ze komt niet eens aan het woord en steekt gelaten nog maar eens een peuk op. De handen trillend. She knows the drill. Hij is zo iemand die maar al te graag als vermeend slachtoffer wegkruipt en haar ondertussen met zogenaamde argumenten gevangen houdt. Merde! Een kras. Door haar. Zijn bumper! Metallic. Zijn auto. Zijn Audi. Zijn ego! Stom wijf.

Haar vader? Stiefbroer? Heimelijke lief misschien? Dunno. Doet er ook niet toe. Hij is zo iemand die nooit verkeerd zit. Alles beter weet. Niet beweegt. Blame? Het is altijd een ander. Omstandigheden. Zo iemand is ´ie. Een zelfbenoemde pechvogel: beroofd van al zijn kansen. Blind voor eigen onvermogen. Doof voor eigen kracht. Dolend in wrok. Vergiftigd door afgunst. Ver weg van het leven. Ik zat toch niet achter het stuur? Gebaart ´ie. Ik kon er niets aan doen. Toch? Compleet verontwaardigd. Duh. Hopeloos. Dus?

¨Pas de problème.¨ Zeg ik, nog maar eens naar Grietje wijzend. ¨Maak je niet zo druk.¨ Heb ik al tien keer geroepen. Maar meneer, een hippe vijftiger met zo´n dikke goudgerande bril die gangster rappers dragen, zoals dat hoort op TikTok, blijft maar tekeer gaan. Nina dit. Nina dat. Zij reed! Het rund. Hij zat er naast. Deed niks. Niks verkeerds in ieder geval. ¨Elle ne peut rien faire de bien.¨ Weet ik veel wat ´ie d´r allemaal voor verwijten naar het hoofd slingert. Ik hoor alleen maar dat ze Nina heet. En ik zie dat zij hem adoreert. Hem helpen wil. Omdat ze hem liefheeft. En het is obvious dat hij haar nodig heeft. Maar haar desondanks niet eens ziet staan. En haar daarom maar onder de duim houdt.

Sneue macho. Gozer! Get a life. Het is een kras van niks. Als het al een krasje is. Ik zie niks. Het is. Niets. Hou op. Het is een auto. Okee, zijn Audi. So? En ondertussen naar mij de toffe bink uithangen? Kerels onder elkaar. Blah. Blah. Het meisje barst in tranen uit. ¨Je suis vraiment désolé,¨ snikkend. Haar rosse haar vat vlam in de ochtendzon. Mijn Frans is beperkt en staat een zinvol gesprek in de weg. Ik zou haar willen zeggen dat het me niks uitmaakt. Allemaal. Niks. Helemaal. Niks. En dat die betweterige huilebalk maar eens lekker moest oprotten in z´n glimmend gepoetste ego booster inclusief turbo, elektrisch vouwdak, knalrode sportstoelen met donkergrijze zitting en metallic voorbumper met onzichtbare kras. En daarna vraag ik haar op de koffie in het café om de hoek. Om even tot zichzelf te kunnen komen. Kortom, de hoogste tijd voor een cursus Frans.

Peter Berger

Share This:

pom wolff: er zullen mensen zijn die augustus niet halen – al weten we niet hoeveel mensen dat zijn…

vanwege de hitte deze week geen zondagochtendwedstrijd op uw pom. hieronder een tekst over de toestand in de wereld – over ons landje ook natuurlijk. als u buiten wedstrijdverband om ook met enig poëtisch commentaar ons landje wenst op te frissen dan graag hier en hieronder – of ‘de crisis structuur nu in werking is gezet’ of niet.

gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst.

foto: Ben Kleyn


Benschop: ‘er zullen mensen zijn deze zomer die niet kunnen vliegen
en we weten niet hoeveel mensen dat zijn’-
tsja lullo:
er zullen mensen zijn die augustus niet halen
al weten we niet hoeveel mensen dat zijn
er zullen mensen zijn met doodsangst in schuilkelders
en we weten nog steeds niet hoeveel

tandelozen met een onleefbaar aow
studenten zonder compensatie
toeslagenslachtoffers bij de vleet
duizenden huizen met scheuren
miljoenen zonder gas
maar hoeveel miljoenen – nee – dat weten we niet
én dichters met corona – ja – aan de lopende band


pom wolff












Share This:

PETER POSTHUMUS – ALLEEN DE WOORDEN – ‘een parel’ – recensie

PETER POSTHUMUS – ALLEEN DE WOORDEN – een recensie

‘Alleen de woorden’ is de nieuwe – volgens mij tweede dichtbundel van PETER POSTHUMUS. Uitgegeven in een oplage van 200 door Frea-k-reation Entertainment – Amsterdam onder de bevlogen artistieke leiding en lay-out van MC Alfredex. Een parel.

https://www.boekwinkeltjes.nl/b/215499383/Alleen-de-woorden-pozie/

Je kunt ook zeggen het snoepje van de week. Foto van Ruth Hoeck op de achterflap met daarbij het korte levensloopverhaal van de dichter Peter Posthumus. Ja zo willen we allemaal wel uitgegeven worden. ‘Alleen de woorden’ is een handzaam boekje met om en nabij 40 gedichten.

Ik weet niet of ik de meest aangewezen recensent ben voor deze bundel poëzie omdat u mij onmiddellijk zou kunnen betichten van – van alles en nog wat. Peter schrijft al enige jaren voor mijn site, om de week tegenwoordig plaatst hij een gedicht op pomgedichten punt nl.

Ik weet nog wel waarom ik hem vroeg voor pomgedichten te komen schrijven. ik was bij een optreden van hem – en dat hele specifieke eigen geluid – een soort realisme in min of meer maar altijd de lezer/toehoorder innemende  romantische poëzietaal verpakt –  maakte van elke gedicht een kadootje – toen voor deze toeschouwer.

het is steeds weer goed – de poëzie van Peter Posthumus. kale taal maar net niet te kaal. klare taal maar niet te klaar. soms iets van lichte woede maar met genoeg open verbazing. soms een licht moralistisch accent – en ik ben echt allergisch voor moralisme in de poëzie  –  echter  nooit een teveel aan moralisme bij Peter Posthumus.

Wat biedt de bundel de lezer wel? ik ben zo vrij om van één pagina van één gedicht een foto te maken – van het gedicht dat ik geschreven had willen hebben – ik kan wel stukkies poëzie citeren  maar wie zo kan schrijven als hieronder behoeft geen recensent die himmelhoch-jauchzend her en der een regeltje citeert – oordeel zelf lieve lezer met welk kaliber dichterschap wij hier te maken hebben:

de bundel biedt veel meer dan dit ene nu al klassieke gedicht van deze dichter. we lopen als het ware een eindje  – zeg maar een leven lang – met de dichter mee – lijkt het wel – een dichter die zich over alles en nog wat verwondert. over ongebaande paden,  over de leegte en de krankzinnigheid van de chaos zonder woorden, over de laatste wouden én over – en daar komt dan ook het zo specifieke en romantische geluid van dichter Posthumus de concertzaal van de poëzie in gezongen: ‘over het licht waaruit de zon voorgoed is verdwenen’ – een waarneming naast het graf van zijn moeder.

we lezen waarnemingen uit zijn jeugd,  over waar hij opgroeide – waarnemingen en over hoe inmiddels  ‘in doelgerichte dwangmatigheid de logica is doorgeschoten‘ – karakteriseer de wereld van Nederland van vandaag maar eens korter en doeltreffender.

‘Je zou nog eenmaal

aan die slootrand willen zitten

toen het altijd zomer was…’

schrijft de dichter en voegt er in posthumustaal aan toe: ‘totdat de sterren vallen – verdwijnen in hun eigen licht om als niets te landen in de diepe holtes van je lege handen.’

We hebben met een groot dichter te maken.

en ergens midden in de bundel – na het gedicht op de foto – verlaat de dichter de lichte weemoedige toon en lijkt het of we even met de jonge paul van ostaijen meelopen in een bruisend Antwerpen. Met ongetemde dorst tot het kunstlicht dooft. De dichter maakt haast, hij bevrijdt de woorden nog voor de dwangbevelen, nog voor de sirenes en rijgt ze aan zijn pen – , bevrijdt de woorden ‘uit hun prozaïsche gedoe’.

we lezen over het volle leven, de verloren liefdes ook (‘ik had alles voor jou willen geven’), over dagen ‘waarvoor je je leven geven wil’. over de oorlog ook:

“ de oorlog eindigde in één massagraf waar vriend en vijand samenvielen.’

om uiteindelijk als lezer samen met de dichter de bundel uit te wandelen in het onontkoombare besef dat ‘die onverzoenlijke tijd’ haar werk doet – ‘geen ontmoeting zonder afscheid’ schrijft de dichter. Het slotgedicht van de bundel publiceerde ik eerder op pomgedichten punt nl – dat we weten dat de woorden – alleen de woorden – tellen. dat we ze moeten koesteren – en dat ze hoopvol kunnen zijn: ‘vermoei de woorden niet met waar ze onder lijden – laat ze dansen springen en schreeuwen tegelijk – laat het klinken zoals het nog nooit geklonken heeft.!!!

en zo is het ook in deze prachtbundel van Peter Posthumus. zo zijn ook zijn woorden –  ik ben er stil van.

pom wolff

16-6-2022

https://www.boekwinkeltjes.nl/b/215499383/Alleen-de-woorden-pozie/

foto: Ruth Hoeck

https://www.boekwinkeltjes.nl/b/215499383/Alleen-de-woorden-pozie/

Share This:

onze VON SOLO voedt de mensheid op vandaag



Ik zag het ongeveer driehonderd meter van tevoren aankomen op het lange fietspad langs
de Gordelweg. Een jongen van rond de vijftien jaar fietste aan de verkeerde kant. Recht op
mij af. Het was vier uur, dus net minder dan gemiddeld druk. Toen we beiden ongeveer tien
meter van de afslag naar de Noordhavenkade verwijderd waren, gaf hij richting aan en bleef
stoïcijns op de verkeerde weghelft fietsen. Het leek me een goed idee om hem wat te laten
zweten en ik week pas op het allerlaatste moment uit, terwijl ik in het voorbijgaan zei: ‘Ja, zo
gaat dat niet hè?’. De jongen stak over en draaide zich gepikeerd om en riep: ‘Maar ik gaf
toch richting aan!!!’. Hierop draaide ik mijn fiets om en riep hem, dat ik hem wel even uit
wilde leggen wat daar niet aan klopte. Hij zette het op een fietsen en ik had geen zin om hem
achterheen te gaan.

Wat ik hem had willen uitleggen, als ik de kans had gekregen, is, dat een intentie kenbaar
maken, geen vrijbrief is voor ongeoorloofd gedrag. De reden, dat hij dacht dat dat het wel
was, is, omdat dit intussen gewoon ingeburgerd is. Als iemand aangeeft wat hij of zij van
plan is, dan gaat men er tegenwoordig blind van uit, dat daarmee alles goed en toegestaan
is. De reden, dat velen zo denken is, dat de machthebbers in dit land en daarbuiten, zich
exact zo gedragen. Ze maken hun intentie kenbaar en nog voordat je met je ogen
geknipperd hebt, is het al uitgevoerd. En dat lukt. En man klaagt daar niet over achteraf.
Nee. Men denkt: ‘Zo werkt het dus.’ En dat gedrag vertaalt zich dus zelfs in de meest basale
klein dingen in het verkeer. Morele schuld bestaat niet meer. Alles is een jurisprudentie en
als je maar half doet of je open bent, of je daar zelfs gewoon over liegt, dan rechtvaardigt dat
in één keer al je daden. Gedane zaken nemen geen keer. Dus doen we het nog een keer.

Wat de onderliggende kwaal is, is dat de virtuele maatschappij ons allemaal een plek voor
ons gelijk heeft gegeven. En dat trekken we door in de fysieke wereld. Het is de tijd van het
grote gelijk. U leest het hier niet minder. Gelijk heb je, dat is je recht. Al het andere is
ongelijkheid en ook daar kun je gelijk weer van wegkijken. Want waar je van wegkijkt, dat
bestaat niet. Die jongen stak zijn hand uit terwijl hij aan de verkeerde kant van de weg reed,
maar wilde niet de uitleg ontvangen waarom dat fout was. Hij is op de verkeerde weg. Maar
hij behoort gelukkig tot een meerderheid van gelijkgestemden.

VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST

Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
 
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 

Share This:

MIRJAM AL: ‘…ik zag zoveel domme onverzettelijkheid in die man. Dat soort van koppigheid waar de halve wereld nu aan lijdt…’

ik zag zoveel domme onverzettelijkheid in die man.
Dat soort van koppigheid waar de halve wereld nu aan lijdt

Voor deze woensdag een verslagje van Mirjam van een waar gebeurd incident, onlangs in de supermarkt, groet, Merik.


Een blij ei

Gisteren had ik een merkwaardig incident in de supermarkt. Mijn betaalkaart bleef door mijn slonzige bewustzijn op het betaaldoosje liggen, waardoor ik een doos eieren voor de man, de oude man, achter me betaalde.
Ik maakte excuses en zei de man dat ik zijn eieren betaalde en graag vier euro van hem zou krijgen. Maar de man raakte in verzet, weigerde en riep geen geld bij zich te hebben. Waarop ik de doos met biologische eieren in mijn eigen tas stopte. Woedend werd ie en riep dat het zijn eieren waren, waar ik er mee vandoor ging.

In zo’n toestand word je wel gedwongen te vluchten, want de oude man ( misschien wel jonger dan ik ) dreigde de eieren uit mijn tas te pakken. Ik kreeg al bijna een visioen dat wij aan het vechten zouden raken om de eieren en de struif over de lopende band zou spatten.
Wegwezen dus. “Vuile trut !“ riep de man mij na, want hij moest natuurlijk terug de winkel in om een nieuwe doos te zoeken. “Nog een prettige dag, oude zak !” riep ik. Iedereen om ons heen barstte in lachen uit en ik, ik nam gewoon de benen.

Nee, fraai is het niet, ik schaam me een beetje voor mijn onbeheerste uitlating. Maar jasses, ik zag zoveel domme onverzettelijkheid in die man.
Dat soort van koppigheid waar de halve wereld nu aan lijdt.


Mirjam Al

Share This:

IEN VERRIPS op een begraafplaats in ROME: ‘het waren niet de graven deze keer niet de namen van de doden….’ 

IEN BERICHT: 3 begraafplaatsen in Rome bezocht – poëtische plekken – naast al het andere tenslotte.
Dit was na een bezoekje aan Campo Santo dei Teutonici e dei Fiamminghi. Mooie kleine begraafplaats vlak bij Vaticaanstad. 



het waren niet de graven 
deze keer 
niet de namen van de doden 
die daar lagen 
vredig leek me deze plek 
daar wil ik zijn 
of liggen als het moet 


het zijn de bloemen 
 die me raakten de kleuren  
de belofte dat we zijn 
we gaan en komen weer. 


Ien Verrips

Share This:

PETER BERGER bij de kassa van de supermarkt: ‘Vóór mij staat een dame met een lijf zo strak dat het subiet de catwalk op kan. In een zwarte catsuit nota bene met daaronder van die zwart glanzende enkellaarsjes die alleen punkmeisjes dragen…’



Heel gewoon nog hier: rijen bij de kassa. Kar of zes. Zeven soms. Per kassa welteverstaan. Een drukte van jewelste bij de kassa straat dus. Kiezen maar. Waar je aansluit. Vóór mij staat een dame met een lijf zo strak dat het subiet de catwalk op kan. In een zwarte catsuit nota bene met daaronder van die zwart glanzende enkellaarsjes die alleen punkmeisjes dragen. Met van die rubber zolen. Rete knap is ze. De dame. Jammer alleen dat ze de uitstraling van een bedorven ui heeft.

Ze staat in de verkeerde rij bovendien. Ook nog. De langzame! Het meisje achter de kassa scant de boodschappen met de houterige motoriek van een heuse nerd. Kassa nerd? Die bestaan dus echt! Rood sluik haar. Bleker dan wit. Wipneus. Bril van Harry Potter. Plaatje compleet. Maar ze heeft een open blik. Dat wel. Ik denk dat ze nieuw is. In het vak. Worstelt nog soms. Zoekplaatje. Waar zit nou ook weer die verdomde streepjescode?

Tijdrovend is het af en toe. Maar ze lijkt niet onder de indruk van alle volgeladen karren die nog komen gaan. Blijft rustig. Kortom, ergernis bij mevrouw strakker dan strak. Haar boodschapjes liggen inmiddels allemaal keurig op de band. Bij het eerste het beste item gaat het meteen mis: het bevestigende piepje blijft uit. Drie maal achtereen. De dame loenst vals. Het meiske glimlacht vriendelijk en typt gelaten de cijfercode in. Ook niks. Drie keer. Niks. Stoom uit de oren van jeweetwelwie. Je hoort haar denken: typen kan je ook niet stomme trut!

Maar kassameisje weet raad en vraagt haar meer ervaren collega aan de aanpalende band het item te scannen. Gatver. Suikervrije chocola. Zie ik nu. Ik zou het ook verdommen. Als ik kassa was. En ja hoor. Niks. Nakko. Nul. Geen piepje. Drie smaken heeft ze. Framboos mango. Iets met noten. Sinaasappelschillen. Drie keer niks. Stevia. Nog meer vertraging. De glimmende laarsjes vertonen inmiddels neiging tot stampvoeten. Sans sucre? Diabeet is ze niet geloof ik. Een dame is ze ook niet meer. Ze blaft iets in de richting van het vermeende wicht. De repen verdwijnen onder de kassa. Daarna is het zo gepiept. De bitch beent op hoge poten weg.

Pak je bezem heks. Denk ik hardop. Vole ton balai sorcière? Zoiets. Ongeveer. Oefening baart kunst. Ik word getrakteerd op een blije lach. Een onnozele nerd is ze al lang niet meer. Mooi wel.


Peter Berger

Share This: